In de vroege jaren 2000 nam de muziekindustrie het heft in eigen handen tegen online piraterij door duizenden vermeende piraten via de Amerikaanse rechtbanken te vervolgen. De RIAA (Recording Industry Association of America) achterhaalde IP-adressen van verdachte muziekpiraten en vroeg om bijbehorende DMCA-subpoena's (2), in de hoop deze adressen te koppelen aan de contactgegevens van abonnees. Aanvankelijk werkte deze aanpak goed, maar naarmate het gebruik van deze methode toenam, begonnen internetproviders bezwaar te maken. Zij betoogden dat DMCA-subpoena's niet van toepassing zijn op louter conduit-providers. Beroepsrechtbanken stemden uiteindelijk in met deze bezwaren en verboden de praktijk effectief decennia geleden.
Rechthebbenden konden nog steeds juridische stappen ondernemen tegen vermeende piraten, maar in plaats van eenvoudig de identiteiten te verkrijgen via een relatief goedkope DMCA-subpoena, moesten ze nu een volledige klacht indienen bij de federale rechtbank, met volledig rechterlijk toezicht.
'Copyright Trolls'
Deze meer omslachtige procedure bleef niet onopgemerkt. In de late jaren 2010 werden er golfbewegingen van rechtszaken ingediend in de Amerikaanse rechtbanken, gericht op vermeende BitTorrent-piraten. De bijbehorende rekeninghouders werden nog steeds geïdentificeerd via een subpoena, maar dit keer binnen een correcte auteursrechtsactie. Deze praktijk, die sommigen 'copyright trolling' noemen, is tot op de dag van vandaag wijdverspreid. Jaarlijks worden er duizenden auteursrechtszaken in de VS aangespannen, die meestal binnen enkele maanden worden afgesloten, vaak na een onbenoembare schikking met de gedaagden.
De meeste rechtszaken tegen vermeende piraten worden nu aangespannen door een enkele volwassen entertainmentmaatschappij, Strike 3 Holdings. Er zijn ook andere bedrijven die geïnteresseerd zijn in het identificeren van piraten, maar de relatief hoge griffiekosten voor deze rechtszaken worden als een obstakel gezien.
Herleving van DMCA Subpoena in de Rechtbank
Om deze kosten te omzeilen, hebben sommige rechthebbenden geprobeerd de DMCA-subpoena-verkorting opnieuw leven in te blazen. Geïnspireerd door de vroege inspanningen van de RIAA, gebruikten ze opnieuw het DMCA-subpoena-proces om de persoonlijke gegevens van verdachte auteursrechtschenders te verkrijgen. Deze recente DMCA-subpoena's verliepen stilletjes en veel werden toegekend zonder veel ophef of verzet. Dat veranderde in 2023 toen een Cox-abonnee, die ervan werd verdacht de film *Fall* te pirateren, bezwaar aantekende bij de rechtbank.
Dit bezwaar leidde ertoe dat Cox Communications intervenieerde. De internetprovider betwistte het gebruik van DMCA-subpoena's, zoals beschreven in DMCA §512(h). Net als bij de eerdere tegenstand tegen de pogingen van de RIAA, voerde de ISP aan dat DMCA-subpoena's niet van toepassing zijn op louter conduit-diensten, zoals gedefinieerd onder §512(a).
Vorig jaar steunde een rechtbankrechter op Hawaï Cox. De rechtbank oordeelde dat DMCA-subpoena's niet van toepassing zijn op louter conduit-diensten, maar wel op andere aanbieders die inbreukmakende inhoud direct opslaan of linken. De aanvraag van de filmmaatschappijen voor een subpoena werd daarom afgewezen.
Filmmaatschappijen Beroepen Zich
De filmmaatschappijen, waaronder Voltage Holdings, Millennium Funding en Capstone Studios, gaven niet op. Ze dienden een verzoek in bij het Ninth Circuit Court of Appeals, waarin ze betoogden dat de interpretatie van de DMCA door de rechtbank te eng was. De filmstudio's stelden dat de beslissing van de rechtbank gebaseerd was op verouderde precedenten die geen recht deden aan de realiteit van het moderne internet. Ze betoogden dat internetproviders een rol spelen in het faciliteren van piraterij, zelfs als dat indirect is, en dat zij onderworpen zouden moeten zijn aan DMCA-subpoena's.
"EEN zorgvuldige lezing van de volledige tekst van 17 U.S.C. §512 leidt tot de onbetwistbare conclusie dat het Congres van plan was dat DMCA-subpoena's van toepassing zijn op §512(a)-dienstverleners, ondanks de tegenstrijdige conclusies van Verizon en Charter," stond in hun verzoek.
In december reageerde Cox op deze argumenten bij het Hof van Beroep. Volgens de ISP heeft het Congres ISPs duidelijk uitgesloten van deze juridische DMCA-subpoena 'verkorting'.
EFF Waarschuwt Voor 'Trolls'
Cox is niet de enige die zich verzet tegen de filmmaatschappijen. De Electronic Frontier Foundation (EFF) heeft onlangs een amicus curiae-memorie ingediend, waarin ze de rechtbank oproept de status quo te handhaven. Zonder namen te noemen, waarschuwt de EFF dat het toestaan van de DMCA-subpoena-route om ISP-rekeninghouders te identificeren, 'copyright trolls' zal voeden. Deze zullen het zien als een gemakkelijke manier om snelle schikkingen te verkrijgen, ook tegen onschuldige abonnees.
Of de filmmaatschappijen van plan zijn schikkingen te treffen in deze zaak, is onduidelijk, maar de EFF merkt op dat klassieke copyright trolls zouden profiteren van deze goedkope verkorting. "Om hogere rendementen uit schikkingen te behalen met minder uitgaven, hebben beoefenaars van het copyright trolling bedrijfsmodel een prikkel om schikkingen na te streven van de ISP-abonnees die zijn geïdentificeerd via subpoena's aan ISPs, zelfs wanneer de abonnee niet noodzakelijkerwijs de inbreukmaker is," schrijft de EFF.
EFF: Toezicht is Cruciaal
De precedenten die zijn vastgesteld in de zaken RIAA tegen Verizon en Charter zijn cruciaal ter bescherming van deze abonnees. Ze vereisen dat rechthebbenden een juiste rechtszaak indienen, in plaats van persoonlijke gegevens te verkrijgen via een vereenvoudigd proces. Dit toezicht is belangrijk, zegt de EFF, aangezien rechtbanken in eerdere rechtszaken die via de juiste route waren ingediend, subpoenas hadden afgewezen omdat er geen bewijs was dat het inbreukmakende IP-adres werd gebruikt door de persoon die de ISP-rekeningen betaalde.
Bijvoorbeeld, in de Cobbler-zaak oordeelde het Hof van Beroep dat, aangezien meerdere mensen dezelfde internetverbinding kunnen gebruiken, rechthebbenden meer moeten presenteren dan alleen een IP-adres om hun zaak te onderbouwen. De DMCA-subpoena-procedure verwijdert deze controle, merkt de EFF op. "Afwijken van de lang gevestigde precedenten van Verizon en Charter door auteursrechthouders toe te staan §512(h) subpoenas uit te vaardigen aan ISPs die eenvoudig gegevens verzenden, zou een belangrijk mechanisme van rechterlijk toezicht omzeilen en meer dwingende schikkingsverzoeken tegen internetabonnees uitnodigen," concludeert de EFF.
Het Ninth Circuit Court of Appeals zal nu de argumenten herzien voordat het beslist hoe de DMCA moet worden geïnterpreteerd. Het is duidelijk dat de inzet significant is voor alle betrokken partijen.
(1) De Electronic Frontier Foundation (EFF) is een Amerikaanse stichting die sinds 1990 opkomt voor burgerrechten in de digitale wereld. Met een bureau in Brussel zet zij zich in voor internetvrijheid, zelfbeschikking, en tegen censuur en softwarepatenten. Samen strijden we voor een vrijere en eerlijkere online samenleving!
(2)De DMCA-subpoena is een waardevol instrument om anonieme online auteursrechtschenders te identificeren. Het is een kosteneffectieve pijl in uw boog tegen online piraterij, en een minder bekend maar krachtig alternatief voor de gebruikelijke DMCA-verwijderingsverzoeken.
190
• 0
